De landbouw heeft creatieve supermarkten nodig

Charlotte Linnebank

Directeur Denktank Questionmark

De strijd tegen bestrijdingsmiddelen in de landbouw staat op achterstand, zo blijkt uit het nieuwe Nationaal Dashboard Biodiversiteit. Zo is glyfosaat, het meest omstreden bestrijdingsmiddel in de landbouw, weer voor tien jaar toegestaan. Het programma Zembla liet eerder al zien hoe politieke en economische overwegingen voorrang kregen boven het simpele feit dat glyfosaat schadelijk is voor boeren, biodiversiteit en uiteindelijk ook voor burgers. Ook liet de Europese Unie liet de Europese Unie het streven los om het pesticidengebruik in Europa te halveren, onder meer onder druk van boerenorganisaties. Dat is opvallend, omdat juist boeren zelf aantoonbare gezondheidsschade oplopen door gebruik van pesticiden. Het laat alleen maar zien hoezeer boeren klem zitten in een voedselsysteem dat winstoptimalisatie boven alles stelt. 

Als de politiek zijn macht niet gebruikt, moeten we voorlopig kijken naar die andere machtige spelers in het voedselsysteem: de supermarkten. Supermarkten kunnen grote invloed hebben op de hoeveelheid gif op akkers én op het bord. Ruim 70% van wat mensen in Nederland eten, komt uit de supermarkt. Ongeveer de helft van wat supermarkten aan verse groente, aardappelen en fruit aanbieden, kopen ze van Nederlandse boeren. En het is maar een handjevol bedrijven dat voor vrijwel alle supermarkten inkoopt.

Die machtige positie kunnen supermarkten gebruiken om de Nederlandse landbouw te helpen moderniseren en om boeren, natuur en burgers te beschermen tegen pesticiden. De eenvoudigste stap is: meer biologisch inkopen. In alle landen om ons heen doen supermarkten dat al veel meer; Deense supermarkten kopen verhoudingsgewijs zelfs bijna vier keer zoveel biologische producten in als Nederlandse.

Er zijn genoeg Nederlandse boeren die best willen omschakelen naar biologisch. Zoals gezegd: bestrijdingsmiddelen zijn ook voor de boer zelf gevaarlijk. Het Ministerie van Landbouw ziet graag meer biologisch landbouwareaal en steunt boeren in de omschakeling. Maar de grootste zorg van boeren is: raak ik mijn biologische producten wel kwijt tegen een eerlijke prijs? Als veel boeren omschakelen naar biologisch dan is daar straks geen droog brood mee te verdienen.

In het politieke debat over biologische landbouw gaat het regelmatig over de rol van supermarkten. Supermarkten zouden structureel hogere marges rekenen op biologische producten en ze daarmee onnodig duur maken. Het is moeilijk te achterhalen of dat zo is. Belangrijker is de vraag of de politiek zich moet bezighouden met hoe je biologisch voedsel aan de man brengt. Zelfs al zouden we supermarkten (kunnen) dwingen om hun marges voor biologisch te verlagen; het gevolg zou alleen maar zijn dat ze het minder graag verkopen.

Beter is het om de creativiteit van de supermarkt zélf in te zetten. Supermarkt Plus sloot recent met een groep boeren het 'biologisch hutspotakkoord', wat inhoudt dat de ingrediënten voor hutspot (aardappel, ui, peen en een scheutje melk) van het huismerk bij Plus voortaan altijd biologisch zijn. Klanten hoeven daar niet eens iets van te merken, want Plus zorgt dat de prijs hetzelfde blijft. 

Supermarkten weten als geen ander hoe je voedsel verkoopt. De één doet dat door met prijzen te stunten, de ander maakt er juist een 'premium' product van.

Het enige wat alle supermarkten moeten doen is zichzelf een doel stellen: hoe snel laten wij het aandeel biologisch in onze inkoop groeien? Elke supermarktmanager die van bovenaf zo'n doel krijgt opgelegd, weet wat haar te doen staat en gaat aan de slag met schapinrichting, posters, ludieke acties, aanbiedingen. En nog belangrijker: zo'n doelstelling maakt dat boeren weten waar ze op kunnen rekenen, zodat vraag en aanbod in hetzelfde tempo kunnen groeien.

Het is supermarkt Plus die als eerste zo'n soort doel heeft gesteld: een verdubbeling van de verkoop van biologisch (5 procent) in 2025. Afgelopen week kwam Lidl hier achteraan, met het doel de omzet van biologisch groente en fruit per 2026 te verdubbelen. Dit kan het startschot zijn van een kleine supermarktoorlog, nu eens niet om de laagste prijzen, maar om de hoogste 'morele ambitie'. 

Maar misschien is het nog mooier als we de oplossing nu eens niet in concurrentie zoeken, maar in samenwerking. De supermarkten kunnen hun doelstellingen onderling afstemmen en voldoende Nederlandse boeren bereid vinden om tijdig om te schakelen naar biologisch. Noem het een 'Biologisch Landbouwakkoord' en je geeft niet alleen boeren maar heel Nederland weer hoop dat supermarkten, boeren en overheid wel degelijk met elkaar kunnen samenwerken aan een toekomstbestendige landbouw.